We horen het zo vaak: elk verhaal heeft twee kanten. En hoewel jullie mijn Erasmusverhaal elke week op de voet hebben kunnen volgen, is er ook een kant van dat verhaal die nog niet in de openbaarheid werd gelanceerd. Tot nu. In de komende paar minuten schotel ik jullie een greep voor uit het verhaal van degene die mij door die vier maanden heeft gesleurd: mijn steun en toeverlaat, mijn lief, mijn Ben.
Toen ik voor het eerst vernam dat mijn vriendin voor vier maanden naar het buitenland zou gaan om daar te studeren, moest ik wel even slikken: het is natuurlijk nooit leuk om te vernemen dat je vriendin je voor vier maanden gaat “verlaten”, zeker omdat zij de persoon is bij wie ik het liefst ben. Dat neemt echter niet weg dat mijn eerste reactie op dat nieuws overwegend positief was, en dat het mij absoluut geen moeite kostte om blij te zijn in haar plaats. Ik word er enthousiast van om haar enthousiast te zien. Ik wist dat die ervaring iets was waar ze al lang naar uitkeek, en ik was dan ook blij dat ze er eindelijk aan kon beginnen. Laten we zeggen dat mijn reactie negentig procent positief was, en tien procent negatief: ik zou haar toch die hele tijd moeten gaan missen.
“Ik word er enthousiast van om haar enthousiast te zien.”
Toch was ik nergens echt bang voor. Het enige wat er eventueel zou kunnen gebeuren, was dat de ervaring haar (te) veel zou veranderen als persoon. Natuurlijk verander je iemands persoonlijkheid niet zo radicaal op zo’n korte tijd, maar toch hield ik daar wel rekening mee. Gelukkig is ze nog steeds de lieve, spontane, irritante krullenbol als een paar maanden geleden. En gelukkig maar, want zo zie ik haar graag, en da’s tenslotte het belangrijkste.
Ook het alleen achterblijven bleek beter mee te vallen dan gedacht – of gevreesd. Het grootste verschil was dat ik toen in de weekends wat meer tijd had om met mijn vrienden een pintje te gaan drinken. We zijn het sowieso gewoon om elkaar niet vaker dan eens per week te zien. Toen zagen we elkaar eens om de zes weken, ongeveer. Gelukkig weten we hoe we daarmee moeten omgaan.
Dat wil natuurlijk niet zeggen dat er zich nooit problemen hebben voorgedaan. En wanneer die zich stelden, hadden ze voornamelijk met communicatie te maken. In elke relatie verloopt de communicatie het vlotst wanneer je fysiek bij elkaar bent, zodat je de nuances hoort, de gezichtsuitdrukking ziet. Maar wanneer je lange tijd niet bij elkaar kan zijn, dan moet je efficiënt leren communiceren met de middelen die er voorhanden zijn. Alleen is dat niet altijd zo evident als het lijkt. Met het verstrijken van de maanden werden we daar natuurlijk beter in, maar daar is een lange periode van trial and error (lees: heel wat geruzie) aan voorafgegaan.
Gelukkig maakte dat het alleen maar eens zo leuk om elkaar dan eindelijk weer eens vast te kunnen pakken: als je elkaar zo’n lange tijd niet meer hebt gezien, dan koester je elk moment dat je samen hebt. De dag samen doorbrengen, op date gaan; het is dan wel in een andere setting, maar wel nog steeds met diezelfde persoon.
“Aan onze goede communicatie is een lange periode van trial and error (lees: heel wat geruzie) voorafgegaan.”
Wat ik dan geleerd heb over mezelf en over mijn relatie? Wel, persoonlijk heb ik hierdoor niet echt de intentie gekregen om zelf voor een tijdje naar het buitenland te trekken. Voor de komende jaren heb ik een redelijk duidelijk plan in gedachten, en daar hoort geen buitenlands avontuur bij. Ik sluit echter niet uit dat dat later wel het geval kan zijn. En wat mijn relatie betreft, heb ik vooral de bevestiging gekregen dat die zo sterk is als we vooraf gedacht hadden. Vertrouwen is en blijft het allerbelangrijkste in een relatie, vind ik. En dat is niet alleen zo in deze situatie, wanneer je lief op Erasmus vertrekt, maar in elke situatie. Pas wanneer je elkaar voor de volle honderd procent vertrouwt, kun je beginnen te werken aan die goede communicatie. Wanneer er zich problemen stelden, pakten we die gelijk aan, waardoor we nu sterker staan dan ooit. De enkele obstakels die we hebben moeten overwinnen, zijn bovenal leerrijk geweest.
Eén opmerking over '“Gelukkig is ze nog steeds de lieve, spontane, irritante krullenbol als een paar maanden geleden”'