Eén van mijn goede voornemens voor 2020? Vijftig boeken gelezen hebben. Da’s absoluut ambitieus, maar ik verslind al boeken sinds ik vijf jaar oud ben. Dit jaar wilde ik mijn horizonten wat verbreden door me ook aan iets anders dan thrillers – ik heb volgens mij ondertussen alle boeken van Dan Brown al gelezen – te wagen, dus legde ik me toe op een hoop andere genres. Sommige vielen al wat meer in de smaak dan anderen, en ik zou mezelf niet zijn als ik hierover niet mijn ongezouten mening zou geven. Ziehier: mijn reading list van 2020, met een korte beoordeling van elk boek dat ik tot hiertoe al gelezen heb dit jaar. Laat je vooral inspireren! Je vindt me trouwens hier terug op Goodreads.
2020 reading challenge
47 van de 50 boeken gelezen
Romans
1q84. Boek een: april-juni – Haruki Murakami
Hoe je dit uitspreekt? “Q-tien vierentachtig”. Die q staat voor question mark, trouwens. Zo veelbelovend als dit boek begon, zo teleurgesteld bleef ik achter. Aan het einde merk je heel erg dat dit boek deel uitmaakt van een trilogie, want het verhaal is bijlange na niet afgerond, waardoor je een beetje onvoldaan achterblijft. Alleen niet onvoldaan genoeg om het tweede en derde deel ook te gaan lezen. Dit verhaal komt enorm traag op gang, en het duurt dan ook bijna driehonderd pagina’s voor de puzzelstukjes in elkaar beginnen te vallen. En eens Murakami daar eindelijk aan begint, tovert hij zulke science fiction uit z’n hoed dat het onaantrekkelijk begint te worden.
Alsof het voorbij is – Julian Barnes
Als je houdt van korte, reflectieve romans die lezen als dagboeken vol mijmeringen, dan is dit een boek voor jou. Niet het verhaal, maar de personages staan centraal, en die riepen niet zelden frustraties op (nu ja, als dat de bedoeling was, is Barnes wel in die opzet geslaagd). Op de allerlaatste pagina’s komt de plottwist die de rest van het verhaal betekenis geeft… En ik begreep het niet. Pas toen ik een spoiler had gelezen, vielen de puzzelstukjes in elkaar, maar aan de ontevredenheid over dat einde was geen ontkomen meer.
Bouwpakket van een meisje – Caitlin Moran
Alle boeken van Caitlin Moran die bij ons in de bibliotheek te vinden waren, had ik al ontleend, en Bouwpakket van een meisje was de laatste die ik nog moest lezen. Een roman was een genre dat ik haar in eerste instantie niet zou toeschrijven, maar ook daarin slaagt ze grandioos. Dat er in dit hele fictieve verhaal geen enkele autobiografische verwijzing zou zitten, vind ik na het lezen van haar ander werk maar moeilijk te geloven. Maar dat ze haar onverbloemde stijl ook in de plot van een roman wist door te trekken, viel erg in de smaak.
De cirkel – Dave Eggers
De thematiek van De cirkel is zo doortastend dat ik me afvraag waarom dit het eerste boek is dat ik erover lees: hoe zou de toekomst eruitzien als een groot internetbedrijf een vinger in zo goed als iedere pap te brokken heeft? Hoe zit het dan met privacy, democratie en de grenzen van kennis? Alleen jammer dat het verhaal hier en daar wat onevenwichtig was; zo kreeg zowat de grootste plottwist van het boek niet meer dan enkele pagina’s de aandacht.
De geniale vriendin – Elena Ferrante
Ik moet zeggen dat ik aangenaam verrast was door dit boek, al zullen heel wat mensen het niet met me eens zijn. Nog niet eerder had ik een boek gelezen dat de vriendschap beschreef van twee jonge meisjes die opgroeien in een verpauperde Napolitaanse wijk, en die zonder noch met elkaar lijken te kunnen. Eens je door de gewelddadigheid en het tergend aantal nevenpersonages kan zien (het boek begint met een personagelijst van drie bladzijden), kan je het verhaal op je af laten komen. Veel verbeelding heb je daarvoor trouwens niet nodig. Minpuntje: het is niet omdat het boek een vervolg krijgt, dat je het zo abrupt mag eindigen, Ferrante. Het voelt arrogant om te denken dat mensen het vervolg toch wel zullen lezen.
De vliegeraar – Khaled Hosseini
Noch de titel, noch de auteur, noch de inhoud zouden mij normaal gezien overtuigd hebben. Deze keer was het het imago van het verhaal dat mij naar dit boek deed grijpen. Ik dacht dat De vliegeraar zo’n boek was dat je gewoon gelezen móést hebben, maar als ik even door de recensies scroll, zijn die meer verdeeld dan ik ooit heb gezien. Gevalletje love it or hate it. Ik kan me niet meteen vinden in de argumenten van de criticasters, want ik vond het op zich een ontroerend verhaal. Toegegeven, het laatste hoofdstuk was wel erg cliché, maar voor de rest is Hosseini erin geslaagd om zowat elk universeel thema uit de literatuur – nee, ik overdrijf niet – aan te snijden zonder het er al té dik bovenop te leggen.
De vrouwen in het zwart – Madeleine St. John
Als je recensenten hoort stellen dat een boek leest als een trein, is dat meestal een compliment, toch? Wel, deze trein denderde zo hard voort dat ik een whiplash overhield aan het abrupte einde. Hoewel de spreektalige schrijfstijl wel eens aangenaam leest, worden dialogen tot monologen herleid; zijn er zoveel personages die dan eens met hun voornaam en dan eens met hun familienaam worden aangeduid dat je al een stamboom naast je boek zou moeten leggen; en blijf ik na meer dan tweehonderd bladzijden eigenlijk vooral op mijn honger zitten.
Een klein leven – Hanya Yanagihara
De laatste keer dat ik moest huilen om een boek, was ik misschien tien (en voor zij die het willen weten: het verhaal dat me tot tranen toe wist te beroeren, was Frank en Frey). Maar Een klein leven gaf me all the feels. Als lezer word je heen en weer geslingerd tussen verbazing en verdriet, tussen walging en warmte. Na jezelf 750 bladzijden lang aan het verhaal te hebben toegewijd, blijf je verscheurd achter. Een klein leven is een waarlijk staaltje meesterschap.
Extreem luid en ongelooflijk dichtbij – Jonathan Safran Foer
En de prijs voor mees ingenieuze boek dat ik ooit heb gelezen, gaat naarrr… Safran Foer! Nee serieus, dit boek is gewoonweg van een heel ander niveau. Schrijf eens een boek vanuit de leefwereld van een jongetje van negen jaar oud? Da’s een pak ingewikkelder dan het lijkt. Niet alleen de inhoud, maar ook en vooral de vormgeving (de ge-ni-ale vormgeving!!!) zuigen je helemaal mee in die leefwereld. En alsof dat nog niet indrukwekkend genoeg was, worden er nog prachtige verhaallijnen doorheen geweven, waarmee Safran Foer meesterlijk laat zien wat hij allemaal in z’n mars heeft – en dat is duidelijk heel wat.
Het diner – Herman Koch
Normaal werp ik, voor ik aan een nieuw boek begin, geen blik op de recensies van anderen, omdat ik niet beïnvloed wil worden. Bij “Het diner” was dat per ongeluk wel gebeurd, en de recensies die ik had gezien, voorspelden niet veel goeds. Daarom was ik eens zo verbaasd dat dit boek bij mij wel erg in de smaak viel: een onverwachte plot die vlot wordt beschreven. Vooral het ik-perspectief maakt dat je je als lezer nog dichter bij het verhaal betrokken voelt. Dat ik het boek op twee dagen uit had, wil natuurlijk ook iets zeggen…
Het verhaal van de Dienstmaagd – Margaret Atwood
Toegegeven: ik heb dit boek uit de rekken geplukt omdat er zo’n hype is ontstaan rond de serie The Handmaid’s Tale, waar ik intussen ook razend benieuwd naar ben geworden. Ik heb zo het idee dat de verfilming sprekender zal zijn dan het boek, dat naar mijn mening nogal aan de beschrijvende oppervlakte blijft. In de schrijfstijl van de vertelster zouden “observatie, ontroering, wanhoop, hartstocht en wrange humor” moeten doorklinken, maar die zijn helaas niet op me overgekomen.
In de tuin van het beest – Leïla Slimani
Dit boek las ik in twee dagen uit, omdat ik zo meegesleept werd in het verhaal – al zou het er natuurlijk ook mee te maken kunnen hebben dat het hoofdpersonage een journaliste was, en de identificatie daarom sowieso al groter was. Originele thematiek die vlot gebracht wordt, maar mijns inziens nogal braaf: in een boek dat het verhaal van een seksverslaafde vrouw vertelt, blijven de seksscènes nogal aan de oppervlakte. Jammer, want hiermee had deze roman zich echt van andere kunnen onderscheiden.
Kom hier dat ik u kus – Griet Op de Beeck
Kom hier dat ik u kus is een goed voorbeeld van een boek waarin de personages belangrijker zijn dan het verhaal. We leren het hoofdpersonage, Mona, kennen in drie verschillende fases van haar leven, die ieder op zich mooi worden afgewerkt. Net als Safran Foer weet Op de Beeck knap te schrijven als ware ze een kind; vooral de spreektalige ge’s en gij’s geven het verhaal een extra laagje geloofwaardigheid. Werd ik omver geblazen door het verhaal? Nee, dat niet. Maar Op de Beecks karakters zijn zo geschreven dat je er gevoelens voor krijgt, en er zitten een paar oneliners in die ik met plezier op een kussentje zou laten borduren.
Mooi doodliggen – A.F.Th. van der Heijden
Dit boek is wennen met een grote W, en dan heb ik het zowel over de stijl als over de inhoud. In lange tijd heb ik geen roman gelezen die zó literair geschreven was dat ik bij wijze van spreken om de tien bladzijden een woord of uitdrukking tegenkwam die ik niet kende, en dat wil al wat zeggen als je weet dat ik drie jaar Nederlands heb gestudeerd. Langs de andere kant was dat meteen ook een van de troeven van dit boek, want eens ik aan de schrijfstijl gewend was, kon ik die ook enorm appreciëren. Het verhaal speelt zich af in Rusland en Oekraïne, twee landen waarvan ik de geschiedenis totaal niet ken, en dat bemoeilijkte het begrip soms wel een beetje. Toch viel de plottwist op het einde erg in de smaak.
Noem me bij jouw naam – André Aciman
Wauw. Een boek als dit heb ik werkelijk nog nooit gelezen. Ik zou het één grote liefdesbrief willen noemen, maar dat zou het boek niet genoeg eer aandoen. Voor een keer gaat het trouwens niet over liefde, maar over begeerte. Tussen twee joodse mannen dan nog. Samen met het hoofdpersonage word je van hot naar her gekatapulteerd, tussen romantische – in de letterlijke en de figuurlijk zin van het woord – meesterwerkjes van zinnen. Lange zinnen aan elkaar breien zonder langdradig te worden, het is een kunst op zich. Om dan nog te zwijgen over de sfeerschepping: twee bladzijden en je waant je in een zonovergoten Italië. En meer heb je niet nodig om verliefd te worden op een boek.
EDIT – spoiler alert: Ondertussen heb ik ook naar de verfilming van het boek gekeken, iets waar ik over het algemeen niet warm van word, omdat ik nog maar zelden een film heb gezien die het boek eer aandoet. Call me by your name is echt een schande voor een boek waar ik zo laaiend enthousiast over was. Het hele aantrekken en afstoten tussen Elio en Oliver – die er lang geen 24 uitziet – wordt pas duidelijk wanneer ze elkaar plots kussen. Als je het boek niet hebt gelezen als rode draad, val je compleet uit de lucht. Het lijkt wel alsof ze willekeurige pagina’s verfilmd en achter elkaar geplakt hebben, en de meeste scènes duren dan ook niet langer dan een paar zinnen of seconden. Ik word er eerlijk gezegd een beetje boos van…
The Hate U Give – Angie Thomas
De (her)opleving van de Black Lives Matter-beweging in België maakte me pijnlijk duidelijk hoe belangrijk het was om boeken van zwarte mensen over zwarte mensen te lezen. The Hate U Give is daarbij een heel goed begin. Geschreven voor jongvolwassenen is het een heel toegankelijk, en toch geen kinderlijk verhaal over een meisje dat haar vriend doodgeschoten ziet worden. De evidentie waarmee sommige schokkende passages beschreven worden, is misschien nog wel het opzienbarendst.
Vijf ontmoetingen in de hemel – Mitch Albom
Dit verhaal wordt wel vaker omschreven als een fabel, en daar heb ik niets tegen in te brengen. Het leest als een sprookje dat je aan een kind zou voorlezen voor het slapengaan. Net als elke goede fabel zitter er enkele wijze levenslessen in het verhaal verweven, maar naar mijn mening wordt daar te snel overheen gegaan. Ook aan de fantastierijke beschrijvingen worden niet veel woorden vuilgemaakt. Daardoor had ik er een beetje moeite mee om echt ín het verhaal te komen, en voelde het alsof het altijd wat aan de oppervlakte bleef.
Zij, jij en ik – Julie Cohen
Toen ik zag staan dat dit “een schitterende roman voor fans van […] Liane Moriarty” was, had ik eigenlijk al moeten weten dat dit boek niet helemaal mijn ding zou zijn. Zij, jij en ik zit in datzelfde schuitje van ietwat oppervlakkige en voorspelbare personages en verhaallijnen. SPOILER ALERT: Vooral de zelfmoordpoging van de puberdochter Lydia was een van de pot gerukte poging om de cirkel van het verhaal rond te maken, omdat ze tot dan toe helemaal geen depressieve of wanhopige indruk had gemaakt. Not impressed.
Thrillers
Dark Matter – Blake Crouch
Wow, this really was something else! Dit boek, dat ik op aanraden van een volger las, deed me in eerste instantie denken aan een maffe hybrid van een Dan Brown en een sciencefiction die ik vroeger als adolescent graag las, zoals The Hunger Games of Divergent. Zonder het plot te willen verklappen, gaat het over een man die wordt ontvoerd en bewusteloos geslagen, om daarna in een hele nieuwe wereld weer wakker te worden. Dit boek zal alleen maar in de smaak vallen als je over de nodige fantasie beschikt, maar voor mij werd het op sommige momenten toch nét iets te absurd. Er zou sprake zijn van een verfilming – die ik weleens zou willen zien, al was het maar om te zien wat ze van een ‘speculatieve thriller’ zoals deze hebben kunnen maken – maar of/wanneer die er daadwerkelijk komt, is me niet helemaal duidelijk geworden.
De Midasmoorden – Pieter Aspe
Wat doe je zoal in quarantaine? Juist ja, je boekenkast opruimen en er een thuisbibliotheek van maken! Tijdens het rommelen kwam ik plots De Midasmoorden tegen, en vroeg me af hoe het kwam dat ik die – als enige thriller in de hele kast – nog niet gelezen had. Hoog tijd dus om daar verandering in te brengen. Doordat ik genoeg afleveringen van Aspe gekeken heb, werden de Pieter en Hannelore in het boek in mijn verbeelding gewoon Herbert Flack en Francesca Vanthielen. Wat het ook makkelijk maakt om ín het boek te komen, waren de aangename, visuele beschrijving. Ik kon soms alleen niet zo goed volgen welke personages nu bij de moord betrokken waren of welke ontwikkelingen zich er nu juist voordeden, omdat er wel heel veel puzzelstukjes voor nodig waren. Misschien dat het duidelijker was geweest in een televisieaflevering?
De vrouw in de kooi – Jussi Adler-Olsen
Politieromans zijn mijn go to, en al helemaal op vakantie. Tijdens een weekje Griekenland ontdekte ik dat ik met mijn twee boeken van de bibliotheek niet zou toekomen, maar ook dat het hotel een eigen minibibliotheek met een hoop Nederlandstalige boeken had. Dus spendeerde ik mijn tijd onder de Griekse zon met dit eerste boek van Serie Q. In het begin heel moeilijk te volgen, omdat je om de oren wordt geslagen met details die er uiteindelijk weinig toe doen. Eens je door die eerste hoofdstukken heen bent, begint het verhaal echter vaart te krijgen. En ja, op het einde werd het zelfs spannend!
Een goede zoon – You-Jeong Jeong
Dit boek had ik op mijn leeslijst gezet omdat mijn plaatselijke bibliotheek het op de lijst van aanraders had gezet. Als fervent thriller-lezer waren de verwachtingen dan ook hooggespannen, maar ze werden allesbehalve ingelost. Doorheen het hele boek heb ik meermaals het idee gekregen dat dit een kladversie was waar nog heel veel schrap- en schaafwerk aan was. Verschillende verhaallijntjes lopen door elkaar waardoor je plots niet meer kan volgen; er worden heel wat plaatsen beschreven zonder verbeeldend genoeg te zijn, waardoor je je het verhaal maar heel moeilijk kan voorstellen; en door de achterflap had ik een heel ander idee gekregen van de plot, waardoor ik achteraf pas besefte dat het boek z’n climax eigenlijk al had bereikt. Ik heb het dan maar snel uitgelezen om ervan af te zijn.
Het strandhuis – Suzanne Vermeer
Het strandhuis wordt vaak een typische vakantiethriller genoemd, en dat is een beschrijving waar ik me wel in kan vinden. Het verhaal speelt zich grotendeels af in een strandhuis (shock) in Sardinië, maar toch ontbreekt het wat aan sfeerscheppende details om echt een zomergevoel op te wekken. De focus ligt voornamelijk op de verschillende hoofdpersonages, die je je wel zo voor de geest zou kunnen halen. Mijn moeder, die het boek na mij las, had de plottwist wel zien aankomen, maar ik totaal niet. Een ideaal boek voor op vakantie, omdat je je er vooral niet te hard voor moet inspannen.
Leven of dood – Michael Robotham
Dit boek werd me aangeraden door een van mijn volgers, en toegegeven: zo’n aanraders mogen er wel vaker binnenkomen! Leven of dood lijkt op het eerste gezicht een lijvig boek, maar dan wel eentje dat heel vlot leest. Het verhaal is heel visueel geschreven, waardoor je je als lezer makkelijk kan inleven. Normaal geraak ik nogal snel de kluts kwijt als een verhaal vanuit verschillende personages wordt verteld, maar dat was hier dus niet het geval. Naar het einde toe komt het boek in een stroomversnelling wanneer je begrijpt hoe de vork nu écht in de steel zit, en hoewel die plottwist niet zo heel erg origineel was, kwam hij wel op een goed moment. Uiteindelijk heb je zoveel sympathie ontwikkeld voor de slechteriken van het verhaal, dat het toch een heel klein beetje je hart breekt om het boek te moeten wegleggen.
Reset – Blake Crouch
De sticker op de cover van het boek vat dit boek nog het beste samen: Inception meets Black Mirror. Aangezien ik fan ben van beide (en van Dark Matter van dezelfde auteur), had dit boek alles om me te bekoren. En als je de recensies erbij neemt, lijkt zo goed als iedereen omvergeblazen door dit boek, dus laat je vooral door hen overtuigen. Reset viel iets meer in de smaak dan Dark Matter, omdat het minder absurdistisch was.
Novelles
Als je iemand verliest die je niet kan verliezen – Ish Ait Hamou
Mijn eerste ervaring met het lezen van een novelle was best verfrissend: soms heb je nu eenmaal geen tijd om je dagenlang in een boek te verdiepen, en een novelle is een pasklare oplossing voor dat probleem. Ik wilde weleens weten of de hele hype rond het werk van Ish Ait Hamou terecht was, en ik denk dat ik er met één boek nog niet helemaal uit ben. Als je iemand verliest die je niet kan verliezen heeft misschien een beetje een voorspelbare plot, maar de karakterisering van de hoofdpersonages maakt het ruimschoots goed. Heel toegankelijk boek, ook voor mensen die anders niet zo graag lezen.
Een smerig dier – Paul Baeten
Hoe verknocht ik ook begin te geraken aan de novelles van de Te Gek?!-reeks, wist Een smerig dier me net niet helemaal te bekoren. Ondanks de fijne schrijfstijl – sommige zinnen zou je zo op een kussentje willen borduren – kwam ik niet in het verhaal, omdat ik gewoonweg niet helemaal begreep wat de precieze bedoeling ervan was. Misschien is dit zo’n exemplaar dat je even moet laten rijpen, om het daarna een tweede keer te lezen. Wat ook weer niet zo’n grote opgave is, want op een uur had ik het boek alweer uit.
Het zusje van de buurvrouw – Margot Vanderstraeten
Ik moet zeggen dat die novelles wel in de smaak beginnen te vallen. Op een dag of twee lees je een gloednieuw verhaal uit waar je geen dagen of weken je tijd in moet steken, en dat blaast al eens een frisse wind door je leesritueel. Vooral de originele opbouw van dit boek viel bij mij erg in de smaak, al heb ik het gevoel dat er nog meer potentieel in de laatste paar hoofdstukken zat. De thematiek van anorexia is misschien niet zo origineel, maar de Marokkaanse roots van het hoofdpersonage plaatsen net dat onderwerp in een ander perspectief. Misschien niet bijster origineel, maar toch verfrissend.
Columns & essays
De moeder aller vragen – Rebecca Solnit
Hmm. Rebecca, ik weet het niet zo goed. Ik vind dat je jezelf in dit werk niet zo sympathiek geportretteerd hebt. Ik had gedacht dat een feministisch essay me op het lijf geschreven zou zijn, maar gaandeweg heb ik gemerkt dat essays misschien toch niet helemaal mijn ding zijn – dan is dit werk tenminste niet voor niets geweest. Goede argumenten gingen soms verloren in wollige formuleringen, zinnen leken zo geschreven dat ze even goed in een andere volgorde hadden kunnen staan. Ik had nog een ander werk van Rebecca Solnit op mijn leeslijst staan, maar dat zal ik toch nog eens moeten overwegen.
Moranthologie – Caitlin Moran
Yes, alweer een werk van Caitlin Moran, en deze keer in de stijl die ik het liefst van haar lees: columns! Waarom dat genre dan mijn voorkeur wegdraagt? Omdat ik vind dat haar geen-blad-voor-de-mondstijl hierin het meest tot z’n recht komt. Dat een vrouwelijke auteur zo brutaal, onverholen en scherp kan schrijven, daar gaat mijn hart van gloeien. De enige reden waarom dit boek geen vijf sterren krijgt, is omdat er nogal vaak verwijzingen in zitten naar Britse televisieprogramma’s en dergelijke die ik als Vlaming niet begrijp.
Waarom vuilnismannen meer verdienen dan bankiers – Rutger Bregman & Jesse Frederik
Wat ik zo leuk vind aan Bregmans stijl, is dat hij historische anekdotes zo weet in te zetten dat zijn voorstellen of voorspellingen voor de toekomst plots een evidentie lijken. In dit boeken hebben hij en Frederik het over geld verdienen in de twee betekenissen van het woord – een tweedeling die je aan het denken zet. Voor het eerst bij de boeken van De Correspondent heb ik het gevoel dat het werk misschien niet helemaal geschikt is voor een Vlaams lezerspubliek, maar de grote lijnen krijg je hoe dan ook wel mee.
Waargebeurd
Amerikanen lopen niet – Arjen van Veelen
Begint het op te vallen dat ik al eens graag de boeken van journalisten lees? Ik wist dat De Correspondent verschillende boeken uitgeeft, maar ik had er nog geen enkele gelezen. Nu staan alle exemplaren die in onze plaatselijke bibliotheek terug te vinden zijn op mijn leeslijst. Arjen Van Veelen vertelt over de jaren dat hij in een racistisch Amerika woonde, maar zonder ooit belerend over te komen. De persoonlijke details maken het verhaal heerlijk menselijk en daardoor ook geloofwaardig. Een must read als je meer wilt weten over het leven van een Nederlander in het hart van de VS.
Heerlijke nieuwe wereld – Günter Wallraff
Ik moet al die boeken die mijn docenten Journalistiek bestoefen toch ooit zelf eens gelezen hebben? Wel, dan is een werk van Günter Wallraff, een Duitse undercoverjournalist, onontbeerlijk. De opbouw van het stuk deed me heel erg denken aan “De wereldwijde oorlog tegen vrouwen” (dat beschreef ik hier): allemaal verschillende, onwaarschijnlijke verhalen die worden gebundeld. Dat er zich in een maatschappij als de onze toestanden afspelen zoals Wallraff ze beschrijft, heb ik alleen maar geloofd omdat er ook foto’s in het boek stonden. Wat ik een enorm pluspunt vond, is dat het niet gewoon een verzameling van zijn reportages is, maar dat hij er ook bij vertelt wat er na afloop van de publicatie nog met de zaken gebeurd is. Om als journalist zo’n verschil te kunnen maken, daar teken ik voor!
In Cold Blood – Truman Capote
Tijdens mijn journalistiekopleiding was deze titel al in zoveel colleges aangehaald, dat er voor mij niets anders opzat dan het werk gewoon zelf eens te lezen. En daar heb ik allesbehalve spijt van. Nadat ik gewend was geraakt aan het Engels van enkele decennia geleden, las In Cold Blood als een trein. Mijn voorliefde voor detectiveromans en mijn kritische houding als journaliste in spe maakten van mij een lezer met torenhoge verwachtingen, die Truman Capote een voor een wist in te lossen. Dat dit boek volledig waargebeurd is, is gewoonweg ongelooflijk.
Informatief
Dieren eten – Jonathan Safran Foer
Iemand, geef deze man alsjeblieft een standbeeld als hij dat nog niet heeft, want Safran Foer is wat je noemt een geniale auteur. Dieren eten heeft er zo ingehakt dat ik het boek meermaals met tranen in de ogen aan de kant heb moeten leggen. In welke mate je de informatie van de VS anno 2009 kan projecteren op het Europa anno 2020, kan ik niet natuurlijk niet zeggen, maar dat neemt niet weg dat die boek je gewoon keihard met de neus op de feiten drukt. Alleen jammer dat de vertaler enkele passages nogal ongelukkig vertaald heeft, waardoor sommige zinnen nogal stroef lezen.
Fokking druk – Thijs Launspach
Dit boek heeft zonder overdrijven mijn leven veranderd. Als Jambon zo graag een Vlaamse canon wil opstellen, dan stem ik dit werk erin, ook al is het door een Nederlander geschreven. Toen ik van mijn lief een boek met de titel Fokking druk kreeg, had de boodschap natuurlijk niet veel duidelijker kunnen zijn. Dit werk was niet alleen herkenbaar, maar soms ook confronterend, en maakte net daarom zoveel indruk op mij. Van de lessen die ik hieruit meegekregen heb, gaat ik nog héél lang geniet hebben. Dit moet iedereen gelezen hebben.
Getting Things Done – David Allen
Toen ik dit boek voor de eerste keer in handen kreeg, deed het mij onmiddellijk denken aan een theoretisch handboek dat ik ook op school zou kunnen krijgen. Een hoop hoofdstukken die alleen maar dienen om pagina’s mee te vullen, zinnen die onnodig ingewikkeld geformuleerd zijn? U vraagt, Allen draait. Mocht je toch besluiten dit boek ook te lezen – geloof het of niet, maar ik heb er wel degelijk interessante inzichten uit opgedaan, al waren het er relatief gezien niet veel – skip dan gerust het eerste en het laatste deel van het boek. Ik had gehoopt dat het boek nog meer hands on zou zijn, maar je merkt dat het echt voor hoge piefen met secretaresses is geschreven, en niet voor studentjes zoals ik.
Gratis geld voor iedereen – Rutger Bregman
“Een werkweek van 15 uur, een onvoorwaardelijk basisinkomen, het uitroeien van armoede, een ander belastingstelsel, nieuwe maatstaven van vooruitgang en een wereld zonder grenzen”, journalist en historicus Bregman doet het allemaal zo aannemelijk klinken. Vooral door zijn aanpak was ik helemaal mee in zijn verhaal: geen uit de lucht gegrepen toekomstvoorspellingen, maar voorbeelden uit het verleden die aantonen dat het zomaar eens zou kunnen. Heel verfrissend om de wereld eens door een andere bril te bekijken.
Het klimaat zijn wij. De wereld redden begint bij het ontbijt – Jonathan Safran Foer
Dit werk is soms meer een collage dan een boek: in elk hoofdstuk hanteert Jonathan Safran Foer een andere schrijfstijl, de ene al geslaagder dan de andere. Het zou me dan ook niet verbazen als iemand doorheen dit boek meermaals de draad kwijtraakt. En da’s jammer, want wát Foer te vertellen heeft, is zo belangrijk dat het echt een betere formulering verdient. Ik ben nu nog overtuigder vegetariër dan ik al drie jaar was, en ik start mijn dag – net zoals Foer oppert – nu telkens met een vegan ontbijt. Als eye-opener kan dit wel tellen.
How to be a woman: Vrouw zijn, hoe doe je dat? – Caitlin Moran
Geen applaus, maar een regelrechte staande ovatie voor Caitlin Moran. Zij is erin geslaagd om mij voor het eerst in mijn hele leven – en op die tijd heb ik al heel wat boeken versleten – hardop te doen lachen bij het lezen van een boek. Dat ik er dan nogal belachelijk uitzag op de trein, nam ik er met veel plezier bij. Dit boek is zonder meer herkenbaar voor iedere vrouw, maar ik raad ook mannen aan om er eens een stukje uit te lezen. Al was het maar om een idee te krijgen van de struggles waar vrouwen mee te kampen hebben, en te merken dat je vriendin niet gek of de enige is. 😉
Je hebt wél iets te verbergen – Maurits Martijn, Dimitri Tokmetzis
Toen ik zag dat dit boek over het belang van onze privacy zou gaan, had ik verwacht dat ik meermaals van mijn stoel zou vallen door de onthullingen die werden gedaan. Jammer genoeg mist dit boek een beetje z’n effect omdat het niet altijd even toegankelijk geschreven is. Punten voor de zeer relevante dingen die hier worden verteld – en nee, verwacht geen tips over hoe je jezelf beter kan beschermen op het internet – alleen jammer dat die niet altijd tot hun recht komen en daardoor wat aan impact missen.
Kop op: leven met migraine – Evy Gruyaert & Koen Paemeleire
Als je al de helft van je leven migrainepatiënt bent, dan denk je dat er niet veel nieuws te leren valt wat je nog niet eerder hebt gehoord. En hoewel dat ook het geval was met Kop op, heb ik het toch met plezier gelezen. De informatie wordt heel overzichtelijk en toegankelijk gebracht, en afgewisseld met de vele getuigenissen is dit boek niet alleen voor migrainepatiënten, maar ook voor hun omgeving geschikt om meer inzicht te krijgen in de ziekte. Oh, en het is echt prachtig vormgegeven, en daar heb ik sowieso een zwak voor.
Autobiografisch
Honger: de geschiedenis van mijn lichaam – Roxane Gay
Ik gaf al eerder aan dat ik het als slanke body positivity activist belangrijk vind om niet de safe space van dikke vrouwen in te nemen; om niet over, maar met hen te praten. Dat ik het belangrijk vind om me bewust te zijn van mijn privileges en de discriminatie van anderen, en daarin heeft Honger me heel erg geholpen. Alleen is wat Gay beschrijft krachtiger dan hoe ze dat doet: de hoofdstukken sluiten niet écht op elkaar aan, waardoor je al snel de draad kwijtraakt als je niet in aan een stuk door kunt lezen.
Knap voor een dik meisje – Tatjana Almuli
“Knap voor een dik meisje” wordt het Nederlandstalige antwoord op “Honger” genoemd, en dat ga je mij niet horen tegenspreken. Net als Gay vertelt Almuli haar levensverhaal als dikke vrouw, maar er zijn wel degelijk verschillen: het verhaal van Almuli is makkelijker te volgen dan dat van Gay. Een ander groot pluspunt is dat hier ook andere vrouwen aan het woord worden gelaten en suggesties voor boeken of podcasts worden gegeven, waardoor je des te beter begint te begrijpen hoe het is om in een maatschappij als de onze een dikke vrouw te zijn.
Waarom ras ertoe doet – Afua Hirsch
Het was niet eenvoudig om dit boek in één categorie onder te brengen: autobiografische anekdotes, pakkende reportages en onverholen sociale kritiek vloeien – met een tikje humor hier en daar – naadloos in elkaar over. Toch moet ik toegeven dat ik in het begin maar moeilijk vertrokken raakte. Omdat slechts enkele passages echt verhalend zijn geschreven, moet je je hoofd er tijdens de historische stukken echt bijhouden; geen ideale lectuur voor het slapengaan dus. Concrete handvaten van wat ik als wit persoon kan doen tegen racisme heb ik er niet uitgehaald, maar ik leerde wel waarom het verkeerd is om kleurenblind te zijn en, wel ja, waarom ras ertoe doet.
Eerder schreef ik ook al over boeken die elke vrouw zeker (niet) gelezen moet hebben, en in die blogpost vind je nóg meer inspiratie. Daarnaast wil ik ook weleens weten wat jij ondertussen aan het lezen bent? Drop je lievelingstitels van het moment gerust in de comments, zodat ik zeker aan die vijftig boeken geraak tegen het einde van het jaar. 😉

3 gedachten over “Leeslijst 2020”